Instructie en Veiligheid
Welkom op deze pagina voor kano-instructies en veiligheidsrichtlijnen. Hier vindt je wat je moet weten om veilig en met plezier te kanoën.
Hier vindt je instructies en tips die zowel beginners als ervaren kanoërs kunnen helpen om hun vaardigheden te verbeteren en veilig te blijven op het water.
Lees de (gedetailleerde) richtlijnen over technieken, reddingsmethoden en veiligheidsprocedures.
Voorbereidingen, benodigdheden en tips voor veilig kanovaren
Hieronder zie je een aantal items die gaan over voorbereidingen, benodigdheden en tips voor veilig kanovaren.
Per item kun je op het plusje (+) klikken om de inhoud te lezen.
Veiligheids-richtlijnen KVDRV
Kleding per weertype/water temperatuur
Bij iedere watertemperatuur hoort andere kleding. Hieronder vind je richtlijnen zoals die zijn gebaseerd op het bcu instructional program. Uiteraard moet je behalve naar de watertemperatuur ook naar de weersomstandigheden kijken. In z’n algemeenheid geldt voor kleding: kleed je zodanig dat je bij verblijf in het water (of op winderig land) een behoorlijke weerstand tegen onderkoeling hebt.
Bescherming tegen de zon
Bescherm je huid bij zonnig weer met een watervaste zonnebrand met hoge factor. Draag daarnaast UV werende shirts met lange mouwen en een pet.
Watertemperatuur boven 20 graden Celsius
Makkelijk zittende kleding
Watertemperatuur tussen 15 en 20 graden Celsius
Kleding die makkelijk droogt. Dus geen katoen o.i.d, maar zgn. technische kleding
Watertemperatuur tussen 10 en 15 graden Celsius
Thermokleding met een long john van neopreen of met een broek en shirt van neopreen.
Watertemperatuur tussen 5 en 10 graden Celsius
Thermokleding en een long john van neopreen of met een broek en shirt van neopreen. Goed sluitende waterdichte anorak. Neopreen schoenen of waterschoenen met neopreen sokken. Handschoenen of peddelmoffen van neopreen, liefst een neopreen muts/cap.
Watertemperatuur tussen 0 en 5 graden Celsius
Zelfde kleding als tussen 5 en 10 graden Celsius. Indien mogelijk een droogpak dragen
Spatzeil gaat niet los: wat dan?
Spatzeilen die ergens achter blijven haken of een spatzeil voor de eerste keer onder water los moeten maken.
Dit soort situaties kan je behoorlijk schrik aanjagen en dat is niet nodig als je weet wat je moet doen.
Daarom twee verhalen uit de praktijk met tips van Govert Plugge.
https://www.watersportverbond.nl/nieuws/spatzeil-gaat-niet-los-wat-dan/
Groepsuitrusting voor tochten
- EHBOset
Voor het verlenen van eerste hulp bij verwondingen of andere medische incidenten onderweg. - Duct tape met mes en doekje in waterdichte zak
Voor snelle reparaties aan uitrusting of kajak. - Sleeplijn
Onmisbaar bij vermoeidheid of pech; hiermee kun je een andere kajak slepen. - Handpomp
Voor het leegpompen van water uit de kajak als er iemand is omgeslagen en de kant onbereikbaar is. - Reserve peddel
Als een peddel kapot of kwijt raakt, kun je toch veilig verder. - Bovenstaande moet nog worden aangevuld en gedetaileerd.
Wat neem je mee op een kortere of langere dagtocht
Of je nu een korte tocht maakt of de hele dag op het water doorbrengt, een goede voorbereiding zorgt ervoor dat je veilig en comfortabel kunt genieten. Dit lijstje helpt je om niets belangrijks te vergeten.
Veiligheid & Navigatie
Je veiligheid staat voorop, dus zorg dat je altijd deze basisdingen bij je hebt:
- Zwemvest – Zorg dat het goed past en draag het altijd.
- Fluitje – Handig om aandacht te trekken in geval van nood.
- Waterdichte kaart, GPS of kompas – Zelfs op bekend water kan navigeren lastig zijn.
- Telefoon in een waterdichte hoes – Voor noodgevallen of om mooie foto’s te maken.
- EHBO-setje – Een kleine kit met pleisters, verband en iets tegen insectenbeten kan al helpen.
- Reddingsdeken – Klein en licht, maar essentieel als je afkoelt na omslaan of een lange pauze in de kou.
- Zakmes of multitool – Handig voor noodsituaties, kleine reparaties of om iets door te snijden.
- Ducktape met een doekje – Voor snelle reparaties aan je kajak, peddel of uitrusting.
- Spons of dweiltje – Om je kajak droog te maken na een omslag of lekkage.
- Navigatielamp of hoofdlamp – Voor slecht zicht, een late terugkeer of als je in de schemer vaart.
Eten & Drinken
Voldoende eten en drinken houden je energiek en gehydrateerd:
- Voldoende water – Een drinkzak of fles is onmisbaar, zeker op warme dagen.
- Snacks – Noten, mueslirepen of gedroogd fruit geven snel energie zonder zwaar op de maag te liggen.
- Lunch – Voor langere dagtochten is een voedzame maaltijd fijn. Iets eenvoudigs en goed verpakt werkt het best.
- Thermosfles met thee of koffie – Een warme drank is een geweldige opkikker bij koud of guur weer.
Bescherming tegen Weer & Water
Op het water kan het weer snel omslaan. Neem kleding mee die je beschermt tegen zon, wind en regen:
- Anorak, regenjas of windjack – Een waterdichte of winddichte laag houdt je droog en warm.
- Zonnebrandcrème & zonnebril (met koord) – Reflectie op het water kan verraderlijk zijn, dus bescherm je huid en ogen.
- Pet, hoed of buff – Beschermt tegen de zon en helpt ook bij kou.
- Warme kleding voor tijdens een pauze – Als je stilzit, koel je snel af. Een extra laagje is dan prettig.
- Droge reservekleding & handdoek (in een waterdichte zak) – Voor het geval je nat wordt of na een keer onverwacht omslaan.
Handige Extra’s
Deze spullen maken je tocht een stuk makkelijker en kunnen onverwachte situaties oplossen:
- Waterdichte zak of ton – Houdt je spullen droog, zelfs als je omslaat.
- Elastieken/touw & kleine karabiners – Handig om spullen vast te zetten, zodat niets wegdrijft.
Met deze uitrusting ben je klaar voor een ontspannen én veilige kajaktocht.
Alles gecheckt? Dan ben je klaar om te gaan! Geniet van het water! 

Check je kajak voor je gaat varen
Kajak, Peddel en Spatzeil
Kajak: Zorg dat je een comfortabele kajak hebt die geschikt is voor het water waar je op gaat peddelen. Als je kajak geen waterdichte compartimenten heeft, zorg dan voor luchtzakken voor en achter. Deze helpen niet alleen om drijfvermogen te behouden bij omslaan, maar maken het ook makkelijker om je kajak op het water leeg te maken. Controleer daarnaast of je zitje goed zit en je voetensteunen goed afgesteld zijn voor een stabiele en efficiënte houding.
Peddel: Gebruik een peddel die de juiste lengte heeft voor jouw lengte en de breedte van je kajak. Als je peddel afstelbaar is, controleer dan de hoek van de bladen. Een grotere hoek (meer “geveerd”) helpt om beter tegen de wind in te peddelen en vermindert luchtweerstand, terwijl een kleinere hoek of vlakke stand meer controle biedt bij rustig water en sterke zijwind. Stem de afstelling af op de omstandigheden voor een efficiënte slag.
Spatzeil: Zorg voor een goed passend spatzeil dat stevig vastzit, maar dat je in geval van nood snel los kunt maken. Check bij het vastmaken altijd of de lus aan de buitenkant zit en maak er een gewoonte van dit ook onopvallend bij je vaargenoten te controleren. Zo voorkom je onnodige risico’s bij een eventuele noodsituatie.
Weerprotocol - KV De Ronde Venen
Waarom dit protocol?
Wij varen graag zo vaak mogelijk, maar veiligheid staat altijd voorop. Dit protocol helpt ons om samen slimme keuzes te maken bij slecht weer of officiële waarschuwingen van het KNMI.
______________________________
1. Uitgangspunten
– We varen alleen als het veilig is.
– De tochtleider beslist of een activiteit doorgaat, aangepast wordt of stopt.
– Bij twijfel: niet het water op.
– We volgen altijd de KNMI-weercodes van de provincie waarin we varen.
2. KNMI-weercodes
– Code Geel – Wees alert
Afhankelijk van het ervaringsniveau van de deelnemers kan het varen doorgaan, maar alleen met extra oplettendheid en voldoende schuil- en uitwijkmogelijkheden. De tochtleider maakt een inschatting.
Activiteiten voor beginners worden afgelast.
Bij code geel voor onweer worden de clubactiviteiten gecanceld.
– Code Oranje – Kans op gevaarlijk weer
Geen tochten en trainingen op open water. Alleen beschut en kort varen kan, als schuilplekken dichtbij zijn en de tochtleider expliciet akkoord geeft.
Bij onweer en stormwaarschuwing zijn er geen clubactiviteiten.
– Code Rood – Extreem gevaarlijk weer
Alle clubactiviteiten gaan niet door. We blijven aan de kant.
3. Bijzonder weer
– Onweer
Zie je bliksem of hoor je donder? Direct naar de kant en schuilen op een veilige plek (gebouw, auto), niet onder bomen. Blijf laag en houd afstand tot geleidende objecten bijvoorbeeld je peddel!
Als flits en donder minder dan 30 seconden uit elkaar liggen, is het onweer dichtbij.
De tochtleider hervat de tocht pas zo’n 30 minuten na de laatste donderslag.
– Wind
Tot windkracht 5 Bft: varen kan. De tochtleider bepaalt de route en de groepsindeling.
Bij 6 Bft of meer varen we niet, tenzij op heel beschut water. Wees alert bij windvlagen, afdrijven bij aflandige wind en grotere golven bij lager wal.
– Regen en zicht
Zicht < 200 meter = niet varen.
Bij hevige regen: tochtleider beslist.
– Kou
Water kouder dan 15°C? Zorg voor geschikte kleding (droogpak of wetsuit).
– Hitte
Boven 30°C: kort en rustig varen, met veel drinken en bescherming tegen de zon.
Vermijd varen midden op de dag, plan tochten vroeg of laat.
4. Samen verantwoordelijk
– Tochtleider beslist en geeft aanwijzingen.
– Deelnemers volgen deze aanwijzingen en houden elkaar in de gaten.
– Bestuur zorgt dat dit protocol bekend is bij alle leden en nieuwe leden.
5. Afspraak met elkaar
We controleren de weersverwachting voor de tocht.
We bespreken bij de start van elke tocht kort wat we doen als het weer omslaat. Zo weet
iedereen waar hij of zij aan toe is.
Windkracht uitgelegd
|
Windkracht (Beaufort) |
Benaming (KNMI) |
Gemiddelde windsnelheid |
Kenmerken aan land |
Kenmerken aan/op het strand/water |
||
|
m/s |
Knopen |
km/u |
||||
|
0 |
Windstil |
<0,2 |
<1 |
<1 |
Rook stijgt (recht) omhoog |
Spiegelglad water |
|
1 |
Zwakke wind |
0,3-1,5 |
1-3 |
1-5 |
Rookpluimen geven richting aan |
Idem, met af en toe een lichte kabbeling |
|
2 |
Zwakke wind |
1,6-3,3 |
4-6 |
6-11 |
Bladeren ritselen |
Lichte kabbeling |
|
3 |
Matige wind |
3,4-5,4 |
7-10 |
12-19 |
Bladeren en twijgen voortdurend in beweging |
Windstrepen ontstaan en korte golfjes die over korte afstand met de wind meelopen |
|
4 |
Matige wind |
5,5-7,9 |
11-16 |
20-28 |
Stof en papier dwarrelen op |
Idem |
|
5 |
Vrij krachtige wind |
8,0-10,7 |
17-21 |
29-38 |
Takken maken zwaaiende bewegingen |
De golfjes nemen in grootte toe en vormen af en toe kopjes |
|
6 |
Krachtige wind |
10,8-13,8 |
22-27 |
39-49 |
Grote takken bewegen |
Alle golven vormen kopjes |
|
7 |
Harde wind |
13,9-17,1 |
28-33 |
50-61 |
Bomen bewegen |
Af en toe komen er grotere golven |
|
8 |
Stormachtige wind |
17,2-20,7 |
34-40 |
62-74 |
Twijgen breken af |
Grotere golven met brekers |
|
9 |
Storm |
20,8-24,4 |
41-47 |
75-88 |
Takken breken af, dakpannen waaien weg |
Hoge golven met zware brekers |
|
10 |
Zware storm |
24,5-28,4 |
48-55 |
89-102 |
Bomen worden ontworteld |
Hoge zee met schuim overdekt |
|
11 |
Zeer zware storm |
28,5-32,6 |
56-63 |
102-117 |
Uitgebreide schade aan bossen en gebouwen |
Wilde zee |
|
12 |
Orkaan |
>32,6 |
>63 |
>117 |
Niets blijft meer overeind |
Buitengewoon wilde zee |